Marissa Schregardus
DESTEP-analyse
Om inzicht te krijgen op de omgeving waarin de praktijk instelling zich bevindt, maak ik een DESTEP analyse. De DESTEP analyse staat voor Demografische, Economische, Sociaal-culturele, Technologische, Ecologische, Politiek-juridische factoren. Door deze factoren te analyseren verkrijgt men een beeld van het landschap waarin een zorginstelling opereert. De DESTEP analyse maakt deel uit van de externe analyse van de omgeving. Ik heb samen met mijn medestudent Berber de Bruin de DESTEP analyse gemaakt.
Demografisch
In de zorginstelling ZuidOostZorg vindt vergrijzing plaats. De leeftijd van de ouderen die in het verpleeghuis terecht komen wordt hoger. In begin 2015 telde Nederland drie miljoen 65-plussers, waarvan 0.7 miljoen 80-plussers. De verwachting is dat er in 2040 4.7 miljoen 65-plussers zijn, waarvan twee miljoen 80-plussers. In 2012 was vier procent van de 65-plusser allochtoon, in 2060 wordt verwacht dat dit tot 23 procent zal toenemen. Bij de toename van vergrijzing, komt ook de toename van de levensverwachting kijken. Momenteel worden mannen gemiddeld 79.9 jaar oud en vrouwen gemiddeld 83.3 jaar oud(nationaal ouderenfonds, 2016). Door de vergrijzing blijft het aantal gepensioneerden toenemen. In 2014 was 18.4 procent van de bevolking gepensioneerd, terwijl dit in 2000 maar 15.2 procent was. Dit heeft tot gevolg dat de pensioenleeftijd steeds hoger wordt. In 2006 was de pensioenleeftijd 61 jaar en in 2014 was deze 64.1 jaar(idem).
Ouderen in Nederland scoren laag als het om armoede gaat. Dit komt de AOW en een vaak klein aanvullend pensioen. Van de ouderen die nog samenwoonden was in 2013 2.6 procent armoedig en bij de alleenstaande ouderen was dit 6.4 procent(idem).
Meer dan één miljoen van de 4.1 miljoen 55-plussers voelt zich eenzaam en 200.000 van hen voelen zich extreem eenzaam. Extreem eenzaam houdt in dit geval in dat zij slechts één keer per maand een sociaal contact hebben. Van de 65-plussers voelen 900.000 van de 2.9 miljoen zich eenzaam(idem). Leeftijd heeft veel te maken met eenzaamheid, dit geldt vooral bij sociale eenzaamheid. Het percentage ouderen dat zich emotioneel eenzaam voelt, neemt toe vanaf 75 jaar. Vanaf vijftig jaar voelt meer dan veertig procent zich eenzaam. Van de ouderen met de leeftijd 75 tot 85, voelt bijna vijftig procent zich eenzaam waarvan tien procent zich extreem eenzaam voelt. Van de 85-plussers voelt bijna zestig procent zich eenzaam, hiervan voelt bijna veertien procent zich extreem eenzaam. Ouderen kunnen eenzaam worden door verschillende gebeurtenissen, bijvoorbeeld het overlijden van hun partner of andere leeftijdsgenoten en het verlies van mobiliteit en zelfstandigheid(idem). Onder de eenzame 85-plussers bevinden zich veel vrouwen, dit komt waarschijnlijk doordat oudere vrouwen vaker alleenstaand zijn dan oudere mannen(RIVM, 2016).
Economisch
De werkloosheid in Nederland daalt. In 2014 was 7.4 procent van de Nederlanders werkloos en een jaar later was dit 6.9 procent. In één jaar is de werkloosheid met 0.5 procent gedaald. In Groningen was de werkloosheid het hoogst, hier was 8.5 procent van de provincie werkloos. Zeeland scoorde het laagste percentage, namelijk 5.5 procent en Friesland stond als vier na hoogste met 7.3 procent(CBS, 2016).
In 2008 was in Dongeradeel de werkloosheid op zijn laagst, toen was 3.8 procent van de inwoners van Dongeradeel werkloos. In 2014 steeg de werkloosheid naar zijn top, maar liefst 7.4 procent van de inwoners was werkloos. Gelukkig daalde dit percentage in 2015 naar 6.8 procent. Mensen van vijftien tot 25 jaar zijn de grootste groep werklozen. Van deze groep is 11.1 procent werkloos(RTL buurtfacts, 2016).
Het gemiddeld inkomen in Dongeradeel ligt meer dan tien procent onder het gemiddeld inkomen van Nederland. In de gemeentes Rozendaal en Bloemendaal liggen in Nederland de inkomens het hoogst. De meeste gemeenten in Friesland hebben een inkomen rond het gemiddeld inkomen van Nederland, ze zitten tot tien procent onder en tot tien procent boven het Nederlands gemiddeld inkomen. Vooral de noordelijke gemeenten hebben een lager inkomen, net zoals Donderadeel. Ook de gemeente Ooststellingwerf scoort lager dan de rest van Friesland(GemiddeldInkomen, z.j.).
Door de bezuinigingen binnen ZuidOostZorg zijn er werknemers ontslagen of hebben we een andere, of lagere functie gekregen. Ook zet ZuidOostZorg minder personeel neer op de werkvloer, waardoor de werkdruk hoger wordt. Het budget dat ZuidOostZorg heeft is ongeveer 68 miljoen euro. Hiervan moeten ze alle kosten betalen en een goede kwaliteit zorg afleveren.
De ouderen die in het verpleeghuis wonen moeten allemaal een bijdrage leveren om er te kunnen wonen. Deze bijdrage is afhankelijk van het inkomen van de oudere.
Sociaal- cultureel
Er zijn veel dingen die ouderen belangrijk vinden. Volgens onderzoek, dat is uitgevoerd onder ouderen die hulp krijgen van thuiszorg of wonen in een verzorgingstehuis, zijn er acht dingen die zorgen voor welbevinden bij ouderen. In volgorde van belangrijkheid voor de ouderen zijn dat de volgende acht punten(Bouwen aan leefbaarheid, 2012).
1) Plezierig wonen staat bovenaan. Ouderen willen, wanneer zij niet meer zelfstandig kunnen wonen, samen wonen met anderen in een huis of gebouw. Ze hebben behoefte aan een eigen sfeer, in een grootschalig of kleinschalig onderkomen. Ze willen een woning die toegankelijk is, veilig is, comfortabel is en waar ze zich thuis voelen.
2) Het tweede punt is slapen en rusten. Dit zorgt voor nieuwe energie en het herstellen van vermoeidheid. Tijdens dit moment van rust, kunnen de ouderen zich terug trekken in hun eigen wereld, in hun eigen ritme en met hun eigen voorkeuren.
3) Ook relaties en contacten is belangrijk voor ouderen. Ze willen deel uitmaken van een gemeenschap, van een vriendenkring en van kennissen. Omdat ouderen afhankelijk worden, stopt de behoefte tot contact met familie, kinderen en vrienden niet. Het behouden van sociale contacten zorgt er ook voor dat ouderen minder snel of niet eenzaam wordt(idem).
4) De meeste ouderen vinden het niet fijn dat ze afhankelijk van iemand (moeten) zijn. Daarom is zelfstandigheid iets wat ouderen graag zo lang mogelijk willen behouden. Vooral wanneer ouderen de dagelijkse dingen niet meer zelfstandig kunnen doen en anderen hierbij om hulp moeten vragen, vinden zij dit niet prettig. Ze willen zichzelf kunnen redden en zelf kunnen bepalen wanneer ze wat doen en hoe ze dat doen.
5) Eten en drinken roept herinneringen op en geeft een gevoel van samenzijn. Eten zorgt ervoor dat de zintuigen geprikkeld worden. Geur, kleur, smaak en sfeer zorgt ervoor dat de zintuigen worden geprikkeld(idem).
6) Als ouderen in een verzorgingstehuis komen worden zij (noodgedwongen) deel van een groep. Deel uitmaken van deze groep zonder er buiten te vallen, door jezelf te zijn is belangrijk voor ouderen. Ze willen gerespecteerd worden om wie ze zijn en dat geeft hen rust.
7) Ouderen willen zich gezond voelen. Het is belangrijk om in een zo goed mogelijke conditie te blijven, zodat er geen kleine klachten met grote gevolgen ontstaan.
8) Ouderen willen actief zijn, want actieve mensen voelen zich beter. Wanneer een oudere zich productief voelt, voelt deze zich beter. Iets voor anderen kunnen doen en je voor die andere inzetten voelt voor ouderen al productief(Bouwen aan leefbaarheid, 2012).
Het opleidingsniveau van ouderen is sterk toegenomen, al hebben ouderen wel een opleidingsachterstand vergeleken met jongere leeftijdsgroepen. Momenteel hebben gemiddeld vier van de tien oudere vrouwen en twee op de tien mannen alleen basisonderwijs gevolgd. De verwachting is dat rond 2025 slechts één op de tien ouderen alleen basisonderwijs heeft gevolgd. De gezondheid, leefsituatie en zelfstandigheid zal positief beïnvloed worden door het verwachte hogere opleidingsniveau(De Klerk, 2002).
Technologisch
Binnen de ouderenzorg doen zich op dit moment een aantal trends voor. Zo wonen ouderen steeds langer thuis. Het percentage ouderen in een instelling daalde van zeventien procent in 1995 naar tien procent in 2014. Voor ouderen met een lichte zorgvraag is het sinds 2013 niet meer mogelijk om in aanmerking te komen voor het wonen in een zorginstelling en de Wet langdurige zorg maakt het voor ouderen met een zware zorgvraag mogelijk om thuis te blijven wonen(Vilans, 2016).
Doordat steeds meer ouderen thuis blijven wonen, werken de professionals die in de ouderenzorg werken, niet alleen meer in instellingen, maar ook steeds meer in wijkteams werken. Hierdoor veranderd ook hun rol en functie. Zij verzorgen niet alleen, maar signaleren ook. Hulpverleners komen steeds meer bij ouderen thuis en krijgen meer contact met hun sociale netwerk en omgeving. De zorg die de hulpverleners bieden sluit aan bij wat de oudere nodig heeft, maar de eigen omgeving hen niet kan bieden. De zorg wordt steeds persoonlijker.
In vergelijken met andere landen, wordt in Nederland meer gebruik gemaakt van technologie binnen de zorg. Zo is er in Nederland een ontwikkeling in (beeld)communicatie, monitoring, zelfzorg, robotisering en andere platforms voor medische samenwerking. Technologie wordt binnen de zorg gebruikt om zorg op afstand te bieden.
Lichamelijk welbevinden, psychisch welbevinden, intermenselijke relaties, deelname aan de samenleving, persoonlijke ontwikkeling, materieel welzijn, zelfbepaling en eigen regie, rechten en belangen, spiritualiteit en dagelijks functioneren zijn domeinen die het leven betekenisvol maken. De opvattingen over gezondheid en kwaliteit van het leven veranderen en ontwikkelen zich. Er wordt op een andere manier naar gekeken(Vilens, 2016).
Beweging 3.0 is een organisatie die zorgtechnologie gebruikt met als doel om ouderen langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen. Zij hopen door zorgtechnologie de kwaliteit van de zorg te verbeteren, in instellingen en bij ouderen die nog thuis wonen. Beweging 3.0 zet drie zorgtechnologieën in.
Zorg op Afstand is zorg waarbij de oudere door middel van een tablet 24 uur per dag contact kan opnemen met de wijkverpleegkundige. Zij kunnen een videogesprek houden waarin vragen kunnen worden gesteld of kan worden verteld wat er aan de hand is. Wanneer nodig kan de wijkverpleegkundige naar de oudere toe komen. Het kan ook zijn dat de wijkverpleegkundige degene is die contact zoekt, om even te vragen hoe het gaat. Deze kan de ouderen tijdens de gesprekken adviseren en begeleiden. Het kan zijn dat de oudere vergeet zijn/haar medicijnen in te nemen of niet meer kan onthouden welke wanneer moeten worden ingenomen. De oudere hoeft dan niet contact op te nemen met de wijkverpleegkundige, maar kan een Medido aanschaffen(Beweging 3.0, 2015). De Medido is een apparaat dat de ouderen een herinnering geeft wanneer zij hun medicatie in moeten nemen en welke medicatie dit dan is. De medicijnen die de oudere moet slikken zitten in de Medido en komen wanneer de oudere de melding bevestigd uit de Medido. De verpakking wordt door de Medido automatisch geopend. Wanneer de oudere de melding niet bevestigd geeft de Medido een melding door aan de zorgcentrale. De zorgcentrale neemt dan contact op met de oudere en naar aanleiding van dit gesprek wanneer nodig een thuiszorgmedewerker langs om de oudere te helpen(Beweging 3.0, 2015).
Ecologisch
De duurzaamheid in Nederland wordt aan de hand van drie verschillende thema’s in beeld gebracht. Kwaliteit van leven is één van deze thema’s. Materiële welvaart en welzijn, zijn indicatoren voor het meten van de kwaliteit van leven. Bij Materiële welvaart wordt er vaak naar het Bruto nationaal Product gekeken, deze wordt hierbij als maatstaf gebruikt. In Nederland is de materiële welvaart, in vergelijking met andere landen, hoog en wordt de levenskwaliteit als goed ervaren(CBS,2014).
Binnen Kwaliteit van leven zijn een veel thema’s die als maatstaf worden gebruikt. Zo wordt er naar gezondheid, wonen, opleiding, vrije tijd, veiligheid, ongelijkheid en natuur gekeken. In een dashboard worden alle thema’s op een rijtje gezet, met daarbij een gemiddelde beoordeling, gemaakt door de inwoners van Nederland. Er wordt op twee gebieden beoordeeld. Trend sinds 2000 en positie van Nederland in vergelijking met Europa.
Gezondheid scoort bij trend sinds 2000 de kleur geel, dit betekend dat de beoordeling neutraal of onbekend effect heeft op de duurzaamheid op een gemiddelde of gelijkblijvende internationale positie. Ook welzijn, kwaliteit van wonen, (tevredenheid over) inkomensongelijkheid, discriminatiegevoelens, contact met familie, vertrouwen in instituties en tevredenheid over groene ruimte scoren geel.
Politiek-juridisch
De komende jaren verandert de zorg ingrijpend, zowel voor de cliënt als de zorgmedewerker en zorgorganisaties. De veranderingen in de langdurige zorg hebben gevolgen voor zorgmedewerkers, cliënten en aanbieders.
Ouderen blijven vaker en langer thuis wonen en krijgen daar de zorg die zij nodig hebben. Ook intensieve zorg gebeurt in toenemende mate thuis. Voor ondersteuning aan huis zijn de gemeenten verantwoordelijk. Medische zorg en persoonlijke verzorging vallen onder de zorgverzekeringswet (ZVW). Voor de meeste kwetsbare ouderen, die 24 uur per dag intensieve zorg nodig hebben, is opname in een instelling geregeld door de Wet langdurige zorg (WLZ). Het beleid is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. Uitgangspunt is de cliënt, samen met zijn sociaal netwerk. Ondersteuning en zorg vanuit de WMO, ZVW en WLZ zijn een aanvulling hierop.
Bij de WMO zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning thuis. Hieronder vallen ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie, beschermd wonen en opvang, ondersteuning mantelzorg en cliëntondersteuning.
De wet langdurige zorg regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) beoordeelt of iemand in aanmerking komt voor zorg vanuit de WLZ. Als de oudere aan de voorwaarden voldoet, dan geeft het CIZ een zogeheten WLZ-indicatie af. Met een WLZ- indicatie krijgt de oudere in een zorginstelling alle begeleiding en zorg die hij of zij nodig heeft (invoorzorg.nl).
Binnen de zorginstelling komen we een aantal verschillende wetten tegen.
1) Wanneer een oudere zorg of ondersteuning nodig heeft, is daar soms een andere woonvorm voor nodig zoals een verzorgings- of verpleeghuis. Het CIZ beoordeelt hoeveel zorg en/of ondersteuning iemand nodig heeft. Dit is in de vorm van een indicatie. Een indicatie geeft toegang tot bijvoorbeeld een dagcentrum. Wanneer een vorm van verblijf nodig is, wordt de indicatie ingedeeld in tien verschillende zorgzwaartepakketten (ZZP). Het verschil zit in de hoeveelheid zorg en/of ondersteuning de oudere nodig heeft. Ook iemand die tijdelijk ergens verblijft voor bijvoorbeeld revalidatie, kan in aanmerking komen voor een ZZP. In een ZZP staat beschreven waar de oudere hulp bij nodig heeft en hoeveel hulp de ouderen nodig heeft. Dit is uitgedrukt in uren per week, het is altijd een gemiddelde
(https://www.zorgleefplanwijzer.nl/zlp-informatie/wet-en-regelgeving.html).
2) De wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) beschermt mensen die te maken krijgen met gedwongen opname. De wettelijke eis geldt voor de psychogeriatrie, ouderenzorg voor mensen met dementie. In de wet BOPZ staat wat de rechten zijn van de oudere tijden hun onvrijwillige opname in een verpleeghuis (https://www.zorgleefplanwijzer.nl/zlp-informatie/wet-en-regelgeving.html).
3) De WGBO regelt de relatie tussen patiënt en hulpverlener. De patiënt is de opdrachtgever tot zorg. De wet WGBO bevat de volgende regels:
♦De plichten van de patiënt
♦Het recht van de patiënt op informatie, om geen informatie te willen, op inzage in zijn dossier en op bescherming van zijn privacy.
♦De plicht van de zorgverlener informatie te verstrekken, een medisch dossier bij te houden en de privacy van de patiënt te bewaren
♦Bewaartermijn van het medisch dossier
♦Het recht van de zorgverlener om verzoeken van een patiënt te weigeren
♦Toestemming van de patiënt is vereist
4) De wet bescherming persoonsgegevens (WBP) regelt wat er wel en niet mag met de gegevens van de cliënt. Organisaties hebben persoonsgegevens nodig voor hun werk. Bijvoorbeeld de voorgeschiedenis van de cliënt of medische informatie. De organisaties
moeten deze gegevens goed beveiligen (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/persoonsgegevens).
5) De algemene ouderdomswet (AOW) is een basispensioen van de rijksoverheid. Heeft de oudere in Nederland gewoond of gewerkt? Dan ontvangt de oudere de AOW van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vanaf de AOW-leeftijd tot het overlijden van de oudere (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-ouderdomswet-aow).