Marissa Schregardus
Praktijkwerkplan
Voor het onderdeel Praktijkbeoordeling en Professionalisering stel ik een praktijkwerkplan op. Dit doe ik op basis van mijn eigen sterke en zwakke kanten en leg ik de relatie met de organisatie en de omgeving van de praktijk / het werkveld. Het praktijkwerkplan geeft een heldere analyse weer van de situatie binnen mijn praktijkplek.
Mijn praktijkwerkplan is opgedeeld in 6 hoofdstukken:
1.1. Onderwijservaring & praktijkervaring
1.2. De visie
1.3. Eigen sterkte punten en verbeterpunten
1.4. Gemaakt afspraken
1.5. Coaching vraagstuk & Coaching opdracht
1.6. Doelstellingen
1.1. Onderwijservaring & praktijkervaring
In jaar 1 van mijn studie heb ik al veel kennis, vaardigheden opgedaan en bezig geweest met meerdere competenties. Veel van deze kennis kan ik toepassen, gebruiken en verder ontwikkelen in mijn praktijkperiode binnen de Waadwente. In jaar 1 hebben we verschillende practicums gehad waaronder communicatie. Communicatie is een belangrijk practicum en de kennis en vaardigheden die ik heb opgestoken tijdens dit practicum kan ik weer gebruiken in de praktijk. Ik heb geleerd om op de juiste manier een goed hulpverleningsgesprek te voeren. Deze vaardigheid kan ik toepassen in de opdracht van het cliëntbeeld waarbij je gesprekken moet voorbereiden en uitvoeren om informatie te winnen bij je cliënt. Wat ik ook belangrijk is, is dat je goed let op de trekhaakjes die een cliënt kan geven. Hier moet je op reageren want achter een verhaal zit vaak nog een verhaal. Je moet kijken wat er onder de tafel verstopt ligt. Ik heb dus veel communicatievaardigheden geleerd die ik weer kan toepassen in de praktijk om goede gesprekken te voeren. Niet alleen voor de hulpverleningsgesprekken, maar ook voor ‘gewone’ gesprekken.
Ook hebben we een practicum gehad over observeren. Dit practicum is heel belangrijk geweest omdat ik hele dagen aan het observeren ben. Elke cliënt moeten wij elke dag rapporteren. Je moet dus goed in de gaten houden wat elke cliënt doet. De rapportages moeten weer aansluiten op het individueel begeleidingsplan. Je moet dus tijdens de dag observeren met het individueel begeleidingsplan in je achterhoofd. De observatietechnieken die we hebben geleerd en het ‘oefen’ observatieopdracht heeft mij een goed beeld gegeven en een goede ondergrond van hoe je moet observeren. Ik krijg ook veel tips en informatie van mijn begeleiders waar ik op moet letten. Dit helpt tijdens het observeren en je kijkt door alle informatie ook anders tegen de mensen aan. Je weet nu waar je op moet letten en ook waarom die cliënt dat bepaald gedrag vertoont.
Niet alleen hebben we meerdere practicums gehad, maar ook hoorcolleges en boeken die belangrijke informatie bevatten. Ik heb informatie gekregen over de doelgroepen, bepaalde stoornissen, methodieken, mijn functie als SPH’er en nog meer. Het is handig dat je weet met welke doelgroepen je allemaal kan werken als SPH’er en wat deze doelgroepen inhouden. Over ouderen wordt niet heel veel verteld. Wat wel jammer is aangezien ik mijn praktijkleren doe binnen de ouderenzorg. Informatie over de bepaalde stoornissen is ook heel belangrijk geweest. Binnen het dagcentrum heb je wel meerdere cliënten die een stoornis hebben. Een vrouw heeft bijvoorbeeld een bipolaire stoornis. Ik weet globaal wat de stoornis is en wat het inhoudt.
In jaar 1 maak je een begin met het behalen van je competenties. In jaar 2 ga je er verder mee en ga je ze echt ontwikkelen. Je hebt vele basiskennis gekregen, maar nu is het de kunst om te laten zien wat je kan in de praktijk.
1.2. De visie
De visie van ZuidOostZorg is dat ieder mens ertoe doet. ZuidOostZorg is gefascineerd door de
mens in verschillende levensfasen en dan vooral aan de bijdrage die daaraan geleverd kan
worden. Het uitgangspunt van ZuidOostZorg is ‘de klant thuis’. Dit houdt in dat zelfmanagement,
zelfregie en e-health belangrijke middelen zijn om de klant thuis zo goed mogelijk te
ondersteunen. Om de zorg en dienstverlening zo goed mogelijk te organiseren werkt
ZuidOostZorg samen met andere organisaties om zo het verschil te maken. ZuidOostZorg heeft
als missie om verder te zijn dan de rest door zichzelf te ontwikkelen en te leren. Ze willen ver
vooruit kijken om eerder doelen te kunnen stellen. Om deze doelen te bereiken wordt er binnen
en buiten de organisatie gekeken naar samenwerkingsmogelijkheden (https://www.zuidoostzorg.nl/).
Zelf zit ik op het dagcentrum van de Waadwente waar ouderen een dag kunnen blijven. De visie van het dagcentrum is het onderhouden van de lichamelijke en/of geestelijke gezondheidstoestand, door middel van reactivering op de individuele behoefte van de bezoeker. De bezoeker moeten we zo optimaal mogelijk ondersteunen. Het gevoel van samen is heel belangrijk binnen het dagcentrum.
Dat ieder mens ertoe doet, vind ik zelf heel belangrijk. Ieder mens verdient de aandacht en zorg die zij nodig hebben. Ieder mens is gelijk en heeft passende zorg nodig en ZuidOostZorg vind het belangrijk dat ieder mens de juiste zorg krijgt. Vaak merk ik dat het moeilijk is om aandacht te besteden aan elke bezoeker en de bezoekers de juiste ondersteuning te geven die zij nodig hebben. Dit heb ik besproken met de begeleiders van het dagcentrum en die zijn het er mee eens dat het de laatste tijd veel minder word. Het contact en de aandacht voor de bezoeker wordt minder door het bijkomende administratiewerk. Vroeger stonden ze met twee begeleiders op het dagcentrum zodat er genoeg aandacht en tijd aan de bezoekers kon worden gegeven. Nu is er nog maar een begeleider op de groep die het administratie werk en het begeleiden en ondersteunen van de bezoekers moet combineren. Het administratiewerk is zoveel meer geworden dat het te veel tijd inneemt en dat ten koste gaat van de aandacht en ondersteuning die ze kunnen bieden aan de bezoekers. Persoonlijk vind ik dit heel jammer, want ik merk aan de ouderen ook dat zij die ondersteuning en de aanwezigheid van de begeleider missen.

1.3. Eigen sterke punten en verbeterpunten
Voor dat ik met mijn praktijkleren begon heb ik al relevante werkervaring opgedaan. Ik heb namelijk in het eerste jaar vrijwilligerswerk bij Talant en sportstichting DODADO gedaan. Door vrijwilligerswerk te doen krijg je een goede oriëntatie op het tweede jaar. Je leert al veel verschillende dingen en krijgt al veel verantwoordelijkheid. Dit had ik in ieder geval wel bij Talant. Ik kon gewoon mijn eigen ding doen, mocht zelf bepalen wat ik wou doen en met welke cliënt. Dit gaf me wel een fijn gevoel dat ze er al zo snel vertrouwen in hadden. Ik heb tijdens mijn vrijwilligerswerk veel geleerd wat ik nu ook tijdens mijn praktijkperiode kan toepassen.
Wat zijn nou precies mijn sterke punten en wat kan ik juist verbeteren aan mezelf? Als ik kijk naar mijn sterke punten is samenwerken wel een daarvan. Zelf vind ik dat ik het vermogen heb om functioneel met anderen samen te werken en daarmee een bijdrage kan lever aan een gemeenschappelijk doel. Het is belangrijk dat je gebruik maakt van de meerwaarde van de ander of groep. Samen kun je soms meer bereiken omdat je gebruik maakt van elkaar en elkaars kwaliteiten. Wat ik van mezelf ook een sterk punt vind is mijn doorzettingsvermogen. Ik probeer altijd wel door te gaan en het uiterste uit mezelf te halen. Ik denk dat dit ook heel belangrijk is in het werk. Je krijgt vaak te maken met tegenslagen wanneer je een cliënt probeert te helpen. Het is dan belangrijk dat je doorgaat en het niet opgeeft na een tegenslag. Het is een heel proces wat je doorloopt en wanneer het even niet gaat kun je moeilijk zeggen van ik stop ermee. Doorzetten en doorgaan tot dat je het resultaat hebt behaalt wat je wou halen.
Als ik kijk naar mijn verbeter punten en wat ik wat meer moet ontwikkelen is dat ik wat meer in mezelf moet geloven. Ik denk vaak dat ik het niet kan of dat het niet lukt en het uiteindelijk gewoon wel goed is en het juist uitvoer. Ik moet meer van mezelf uitgaan en er meer in geloven dat ik het goede doe en juist handel. Waar ik ook aan moet werken is soms wat meer initiatief nemen, meer met leuke ideeën komen. Vaak heb ik wel leuke ideeën, maar houd deze ideeën meer voor mezelf. Dit moet ik juist niet doen, ik moet ze delen. Er zijn nog veel meer verbeter punten voor mezelf maar wil me eerst vooral op deze punten focussen en dan weer verder kijken wat ik nog meer kan ontwikkelen.
1.4. Gemaakte afspraken
Als ik kijk naar de taken en verantwoordelijkheden die er binnen mijn praktijkplek zijn, zijn er taken die ik graag op me wil nemen en die mij kunnen helpen om mijn SPH competenties verder te ontwikkelen. Samen met Tineke heb ik gekeken naar de mogelijkheden die er zijn en wat handig is voor mij als toekomstige hulpverlener om te doen. We kwamen vrijwel meteen al op het observeren en rapporteren. Dit moet je vaak doen binnen de hulpverlening dus het is heel handig dat ik er nu ook al mee bezig ga. Ik mag nu voortaan zelf rapporteren. De begeleider die daar op dat moment aanwezig is zit er dan vaak bij of controleert het later of ik ook wat ben vergeten en hoe ik het heb gedaan.
Ook hebben we besproken dat ik wat meer verantwoordelijkheid krijg in de muzische activiteiten en dat ik zelf ook met leuke ideeën mag komen. Vaak doen ze als muzische activiteit geheugentraining. Dit wordt vrij standaard en het is ook juist leuk om wat anders te doen. Zij willen graag dat ik er wat meer verandering in breng en met nieuwe andere activiteiten kom.
Wat wij ook belangrijk vonden en ook een van de competenties is, is leiding geven. Ik kan dan bijvoorbeeld een muzische activiteit of de ochtend leiden. Dit doe ik ook al, maar in de toekomst kan ik het wel vaker doen zodat ik er ook handigheid in krijg.
Op dit moment zijn de begeleiders bezig met de familiegesprekken. Tineke vond het handig dat ik daar ook bij ga zitten zodat ik een beeld krijg van hoe zoiets gaat en wat het allemaal inhoudt. Dit vind ik persoonlijk heel mooi dat ik hier bij mag zijn. Dit moet ik later als hulpverlener ook doen en krijg nu al de kans om er bij te zijn.
1.5. Coaching vraagstuk & Coaching opdracht
Hoe kan ik mijn cirkel van invloed groter maken / verder ontwikkelen zodat ik meer mijn eigen draai kan geven aan mijn praktijkleren.
Ik heb het met Dineke mijn praktijkdocent vaak gehad over mijn cirkel van invloed. Hier wil ik dan ook graag mijn coaching vraagstuk over doen en aan werken. Hoe groter mijn cirkel van invloed wordt, hoe meer mogelijkheden ik voor mezelf zie. Wanneer ik meer mogelijkheden zie en die van invloed kunnen zijn op mijn praktijkleren, kan ik die mogelijkheden gebruiken om echt mijn eigen draai te geven aan mijn praktijkleren.
Wat ik wil gaan doen is kijken naar de mogelijkheden die er zijn binnen en buiten het dagcentrum. Ik ben van plan om me nog meer te gaan oriënteren en kijken waar ik connecties kan leggen en misschien wel wat kan combineren. Wat ik hiervoor nodig heb is vooral tijd. Ik kan niet binnen een bepaalde tijd zeggen van nu is mijn cirkel van invloed groot genoeg en heb ik het gevoel dat ik mijn praktijkleren een eigen draai heb gegeven. Mijn cirkel van invloed zal waarschijnlijk nooit stoppen met groeien. Elke keer komt er weer nieuwe informatie en mogelijkheden bij die ik misschien wel kan toepassen. Mijn coaching vraagstuk voelt niet als een doel voor een paar weken, maar voor een vele langere tijd. In het begin van mijn praktijkleren had ik het moeilijk en moest ik vooral heel erg wennen. In het begin van mijn praktijkleren was mijn cirkel heel klein en zag ik echt geen mogelijkheden en was ik een beetje de weg kwijt. Ik krijg het gevoel dat mijn cirkel van invloed groter word en ik merk ook dat ik met meer plezier naar mijn praktijklerenplek ga. En dat vind ik het aller belangrijkste.
Wanneer ik pas tevreden ben is dat ik het gevoel heb dat ik echt wat heb bereikt en kan zeggen: kijk dit heb ik geleerd, dit heb ik allemaal gedaan en dit heb ik allemaal overwonnen.
1.6. Doelstellingen
Het is belangrijk dat ik inzicht krijg in wat ik precies verwacht te halen en te brengen tijdens mijn praktijkperiode. Persoonlijk vind ik het belangrijk dat ik mijn SPH competenties van jaar 2 kan behalen in mijn praktijkperiode. Als toekomstige SPH’er is het belangrijk dat je deze competenties bezit. Daarom vind ik dit wel het belangrijkste om te halen binnen mijn praktijkperiode. De SPH competenties van jaar 2 zijn:
♦ Methodisch handelen
♦ Conceptueel en normatief handelen
♦ Communiceren
♦ Samenwerken
♦ Zelfhantering
♦ Anticiperen
♦ Leiding geven
♦ Innoveren
Tijdens de praktijkperiode is het ook belangrijk dat je je stagedoelen haalt. Je hebt dus niet alleen competenties die je moet ontwikkelen maar ook doelen die je moet halen als je een hulpverlener wilt worden. De doelen waar je in jaar 2 gericht op bent zijn:
♦ Bekwamen in contact maken en positionering als Sociaal Pedagogische Hulpverlener
♦ Toepassen van theoretische kennis in de praktijk
♦ Bekwamen in onderzoekend werken
♦ Bekwamen in de Sociaal Pedagogische Methodiek
Wat ik nog meer wil halen tijdens mijn praktijkperiode is hoe ik op de juiste manier met mensen om ga en hoe ik op de juiste manier met mensen moet communiceren. Als hulpverlener ga je werken met veel verschillende mensen uit verschillende doelgroepen. Binnen de ouderen heb je mensen die last hebben van lichamelijke problemen, maar ook mensen met psychische problemen zoals dementie. Met ouderen met dementie moet je heel anders omgaan dan met mensen met lichamelijke problemen. De meeste mensen met lichamelijke problemen zijn psychisch nog wel goed en dat is met ouderen met dementie heel anders. Als je gaat werken met mensen met dementie moet je leren hoe je met zulke ouderen omgaat. Er zit dus wel echt een uitdaging binnen de ouderenzorg. Hierbij is communiceren heel belangrijk en op welke wijze je dit gaat doen.
Ook wil ik graag mezelf verbeteren in het observeren. In de hulpverlening is observeren heel belangrijk en ben je altijd wel aan het observeren. Daarom wil ik zo goed mogelijk leren observeren. Ik ben door mijn praktijkleren er al achter gekomen dat observeren van bepaalde personen vrij moeilijk kan zijn als je niet de juiste informatie van die persoon hebt. Wanneer je informatie krijgt over een persoon richt je je wel op die informatie. Hierdoor vallen je andere dingen op die je anders niet zou hebben gezien. De achtergrondinformatie is dus heel belangrijk als je goed wil observeren.
Wat kan ik brengen tijdens mijn praktijkperiode. Als stagiaire ben je nieuw en heb je dus een nieuw paar ogen en vallen je bepaalde dingen ook meteen op. In het begin zag ik meteen dat binnen het dagcentrum heel veel eentonigheid is en dat vaak altijd hetzelfde gebeurd. Ik zou bijvoorbeeld iets nieuws kunnen brengen, wat meer variatie. Op het dagcentrum doen ze al jaren het zelfde en sommige ouderen vinden het saai worden. Persoonlijk denk ik dat ik veel inbrengen kan in het gebied van muzische activiteiten en andere nieuwe ideeën. Twee weken geleden hebben we voor het eerst de braintrainer gebruikt. Dit was helemaal nieuw voor de ouderen en ze vonden het geweldig. Dit is wel geheugentraining maar je doet het op een hele andere modernere manier. Ik wil dus echt variatie brengen en kijken naar de mogelijkheden die er zijn binnen het dagcentrum en deze gaan uitbreiden.