top of page

Profeessionaliseringsverslag

A) Mijn functioneren in de praktijk

In moduul 2.3. heb ik me bezig gehouden met veel verschillende soorten taken, activiteiten en projecten. Ik zoek veel nieuwe uitdagingen op en creëer vele nieuwe mogelijkheden binnen mijn praktijkplek.

         Het wensballenproject, hierin ga ik samen met Gea wensen van de bewoners van de Waadwente uit laten komen. Dit is een project dat in december is begonnen met uw wens de kerstboom in. Elke wens kwam in een kerstbal terecht en werd in de kerstboom gehangen. Deze wensen moeten wij gaan vervullen. Achter dit project zit een hoop tijd en veel geregel. Dit heb je niet zo maar gedaan. Het wordt nog hard werken om alle wensen in vervulling te brengen. We hebben in totaal al twee wensen weg gezet. Deze wensen waren een groot succes en iedereen die mee deed had een hele gezellige dag. Dit gevoel willen wij graag creëren bij het in vervulling brengen van de wensen. Zo hadden we een wens dat ging over knutselen. Deze vrouw kan zelf niet knutselen, maar krijgt wel de beleving mee. Ik heb toen een schilderij voor mevrouw geschilderd en ze vond hem prachtig. Ze lachte vrijwel de hele tijd terwijl we aan het knutselen waren. Zelf word ik hier ook altijd blij van dat door een klein gebaar iemand zo blij kan zijn.

         Niet alleen ben ik bezig met het wensballenproject, maar ook met Wille & Fit. Dit is een bewegingsactiviteit voor ouderen. Het zorgt ervoor dat je plezier hebt in het bewegen. En dat plezier is zeker te zien. Vaak maken we gebruik van foam stokken en een ballon. De ouderen gaan dan helemaal los en doen er alles aan om de ballon te raken met de foam stok. Het is bijzonder om te kijken hoe actief sommige ouderen zijn wanneer ze in contact komen met verschillende soorten ballen. Ik heb deze activiteit meerdere keren mogen organiseren en leiden. Het is soms lastig om allemaal kleine spellen te bedenken die iedere oudere kan doen. Elke oudere heeft wel last van een bepaald probleem. Hier moet je dus creatief mee om leren te gaan. In elke situatie valt wel bijna een oplossing om ook de mensen die iets minder kunnen er in te betrekken. Wanneer deze ouderen het dan goed doen of de bal vangt, zijn de vrijwilligers, de andere ouderen, Marijke en ik altijd heel trots op die genen en laten we dit ook horen. Dit stimuleert hun weer om het nog een keer te doen.

         In de afgelopen vier weken hebben Gea en ik samen de mannenochtend en vrouwenochtend overgenomen van een welzijn collega van ons. Hierbij moesten we voor elke ochtend verschillende activiteiten bedenken en deze gaan leiden. We hebben onder meer bordjes gemaakt met waar of niet waar. Dit met de bedoeling dat de mensen die niet meteen hun mond open doen, ook aan de beurt komen. Ook hebben we tijdens Pasen een echt Pasen activiteit verzorgd. We hebben een film van een zandtovenaar laten zien, onder het genot van een heerlijk gevuld eitje. Het waren vier geslaagde weken en kregen ook weer veel positieve reacties terug.

         De week voor de meivakantie heb ik samen met Gea twee keer een high tea georganiseerd. Toen Irene zei dat we wel een keer een high tea mochten organiseren, was ik zo ontzettend blij. Ik had er enorm veel zin in om dit te organiseren. We hebben samen op somatiek en PG een high tea georganiseerd. Dit was een enorm succes. Niet alleen kregen we positieve reacties terug van de medewerkers, maar ook van de bewoners zelf en van hun familie. Iedereen had het naar hun zin en er heerste een en al gezelligheid op ’t middenskip. Wat lekkere hapjes en een heerlijk kopje thee wel niet allemaal kunnen bereiken.

         Waar ik me op dit moment veel mee bezig hou is de psychogeriatrische afdeling. Dit is een gesloten afdeling waar mensen met dementie terecht kunnen. Vaak zitten deze mensen al in ‘de verdwaalde ik’ fase voordat ze terecht komen op deze afdeling. Deze fase kenmerkt zich vaak met desoriëntatie en de oudere voelt zich letterlijk verdwaalt. Je ziet vaak op PG dat mensen veel gaan lopen en niet weten waar ze zijn. Dit is kenmerkend voor deze fase van dementie. Het is daarom belangrijk dat je je handelen gaat aanpassen aan in welke fase de oudere zich bevindt. Wanneer een oudere in de verzonken fase zit, krijg je amper tot geen toenadering. Door zintuigen te prikkelen door middel van bijvoorbeeld muziek, kan je toch nog contact maken met deze ouderen. Het kost meer tijd en moeite, maar het kleine stukje contact dat je ontwikkeld is heel belangrijk. Met zulke toenaderingswijzen ben ik momenteel veel mee bezig. In welke fase zitten ze en hoe kan ik met die kennis ervoor zorgen dat ze zen blijven en een goed gevoel krijgen door middel van een activiteit. Deze activiteit kan dan in groepsverband plaatsvinden of individueel. De psychogeriatrische afdeling is een hele leerzame plek waar ik veel kan leren en al heb geleerd.

         Waar ik ook veel mee bezig ben is hulp bieden bij de algemene of bijzondere activiteiten. Dit kan bijvoorbeeld theater Veder zijn. Theater Veder is een methode die handvaten biedt om beter met mensen met dementie te kunnen communiceren. Het heeft als doel om het gevoel van welzijn, de persoonlijke identiteit en het zelfvertrouwen te bevorderen en te versterken. Theater Veder is een initiatief van buitenaf. Wij bieden hulp in de zin van het begeleiden van de bewoners van PG voor, tijdens en na het theater. Andere activiteiten zijn bijvoorbeeld koersbal, ferdiverdaasje (zanggroep) of het paasontbijt. De activiteit waarmee we met mensen van PG gingen wandelen samen met kinderen van een naschoolse opvang heeft veel indruk op me gemaakt. We kwamen in een situatie terecht waar een van de bewoners een woedeaanval kreeg terwijl we net wouden vertrekken naar huis toe. Deze aanval heeft een half uur geduurd. Het was een situatie waar ik hem wel even kneep. Deze vrouw was heel agressief en heeft me ook meerdere keren geslagen. Doordat we rustig zijn gebleven en snel gehandeld hebben, hebben we het voor elkaar gekregen dat ze wat rustiger is geworden. We zijn toen snel weer terug gegaan. Dit was wel een situatie die indruk op me heeft gemaakt. Sinds deze aanvaring met de woedeaanval van deze mevrouw weet ik nu wel beter hoe ik hier op moet reageren.

         Zelf ben ik erg blij met mijn eigen functioneren in de praktijk. Ik merk dat ik veel meer plezier beleef in mijn functioneren dan in het begin. De groei die ik heb doormaakt komt niet alleen omdat ik ‘de knop’ heb omgezet, maar ook omdat ik andere taken heb gekregen. Deze taken waren meer een uitdaging en iets waar ik plezier uit haalde. Ik vind het belangrijk dat ik met plezier naar mijn praktijkleren kan gaan en dat doe ik nu zeker.

 

B) De activiteiten die ik heb ondernomen om mijn eigen professionaliteit te versterken

Waar ik momenteel veel aan heb gehad is de theorie die ik heb gekregen van de psycholoog Hans. Samen met Cathie heb ik de theorie doorgenomen over de vier verschillende fases van dementie. Door het door te nemen, begrijp je het beter en kun je veel van de bewoners plaatsen in een fase. Hierdoor krijg je een beter beeld en weet je ook hoe je er beter mee om leert gaan. Deze verdieping had ik nodig en ik begrijp nu veel meer van alle fases. De vier fases van dementie zijn:

-      De bedreigde ik

-      De verdwaalde ik

-      De verborgen ik

-      De verzonken ik

Veel van de ouderen die zich bevinden op de psychogeriatrische afdeling zitten in de verdwaalde of verborgen ik fase. Deze fases zijn de ‘minste’ fases als oudere, maar ook familie en medewerkers van de Waadwente. Hier mee om gaan is lastig en door deze diepgang in de theorie zorgt ervoor dat je het beter begrijpt. Door het te begrijpen kun je ook beter leren handelen op deze afdeling. Deze theorie gebruik ik nu als ondersteuning tijdens bijvoorbeeld activiteiten. Welke ouderen kunnen bijvoorbeeld wel naast elkaar zitten en welke totaal niet.

         Van sommige aangeboden lessen vanuit school heb ik veel kunnen leren. Door het hoorcollege recht en practicum recht, weet ik meer over bepaalde wetten die we gebruiken bij de Waadwente. Wel vind ik het jammer dat de inhoud van lessen vaak betrekking hebben op de jeugdzorg. Graag zou ik wel wat meer diepgang willen zien in ouderen met dementie. Dit zie je vaak niet tot weinig terug in de lessen.

         De cursus RSD die ik heb gevolgd op school was zeer interessant om te volgen. Ik heb geleerd hoe ik mezelf op de juiste manier kan verdediging op een legale manier. In de hulpverlening kan je geweld tegen komen, dus is het altijd handig om te weten hoe jij jezelf kunt verdedigen. Niet alleen heb ik trucjes geleerd om mezelf te verdedigen, maar ook ben ik gegroeid als persoon. Ik kan nu beter mijn grenzen leren aangeven en zeggen wat ik echt wil en wat ik niet wil. Ook sta ik steviger in mijn schoenen, mijn zelfvertrouwen is gestegen en geloof hierdoor meer in mijzelf. Door deze cursus moest ik echt uit mijn comfortzone stappen. Ik ben het niet gewend om mensen pijn te doen, maar wanneer je iets doet bij een ander moet je wel weten hoe het voelt. Deze cursus is een aanrader voor iedere hulpverlener.

         De netwerkgesprekken, deze gesprekken zijn voor mij echt informatie winnende gesprekken. Door deze gesprekken wordt de situatie waar ik mezelf in bevind duidelijker en kijk ik naar wat ik echt wil. Neem bijvoorbeeld de keuzes van de minors. Hier zat ik echt mee en wist niet welke minor ik moest kiezen. Door meerdere gesprekken te voeren, onder meer met Gea en Dineke, heb ik toch mijn keuze kunnen maken en sta ik hier helemaal achter. Ook heb ik nog steeds gesprekken over de toekomst. Waar wil ik later stage lopen en welke vervolg studie wil ik volgen. Hier over heb ik meerdere gesprekken met Berber. Berber denkt er ook aan om verder te gaan studeren. Wij willen ongeveer wel dezelfde kant op, dus toenadering tot elkaar zoeken levert tot verassende nieuwe informatie op.

 

C) Wat zijn de belangrijkste conclusies die ik trek uit de 360° beoordeling

 

D) Wat is mijn voortgang met betrekking tot de gemaakte afspraken met betrekking tot mijn taken en verantwoordelijkheden

In moduul 2.2. gaf ik aan dat er een grote wisseling in taken en verantwoordelijkheden aan zat te komen. Ik heb sinds eind moduul 2.2. / begin moduul 2.3. nieuwe taken gekregen. Deze taken zijn het mee helpen met activiteiten zoals mannenochtend, vrouwenochtend, koersbal, wille & fit en algemene activiteiten voor de Waadwente algemeen. Ook was een van deze taak dat ik meer tijd ga door brengen op de psychogeriatrische afdeling. Deze taken ben ik momenteel aan het uitvoeren en ben druk bezig met nieuwe ideeën creëren voor bepaalde activiteiten.

         Nu eind moduul 2.3. heb ik nog steeds dezelfde taken en verantwoordelijkheden. Wel is de betrokkenheid bij de psychogeriatrische afdeling gegroeid. Op deze afdeling is er een welzijnswerker weg, waardoor ik haar positie in moet gaan vullen. Dit doe ik door middel van meer actiever bezig te zijn met activiteiten gericht op de psychogeriatrische afdeling of gewoon op de huiskamers zitten of even gezellig te wandelen met mooi weer.

 

E) Wat zijn mijn vorderingen met betrekking tot mijn innovatieplannen

Op dit moment op mijn praktijkleren zijn we vol in gang om leefplezier te ontwikkelen. Leefplezier is het naar je zin hebben en je prettig voelen. Vele ouderen kunnen hier zelf niet meer voor zorgen en daarom willen wij het aan hen geven. Geluk zit letterlijk en figuurlijk in kleine dingen. Deze dingen kunnen bijvoorbeeld, een schilderij zijn, een kind, een lied, de geur van lekker eten, een warme hand of misschien wel een borreltje en gezelligheid.

         Het doel is om leefplezier van ouderen voorop te stellen. Hier aan werken is een kwestie van visie en het willen. Bij alles wat we doen en laten, moeten we gaan redeneren vanuit wat voor de kwetsbare oudere plezierig is. Waar de oudere zich prettig bij voelt is het uitgangspunt bij alle activiteiten en besluiten. Werken aan leefplezier is niet een kwestie van geld, maar van anders denken, anders kijken en anders doen (Leefplezier, z.j.).

         Dit project zetten we op met het gehele team van de Waadwente. Iedereen moet hier aan meedoen. De welzijnswerkers hebben hier wel de grootste taken in, maar iedere werknemer moet er voor zorgen dat de oudere plezier beleeft.

            30 mei vindt er een voorlichting plaats over het plan van aanpak. We zijn nog niet erg ver met de vorderingen, maar dat komt omdat we er nog niet zo’n lange tijd mee bezig zijn.

 

F) Wat is mijn voortgang met betrekken tot mijn coaching vraagstuk, intervisie en je coaching opdracht.

In moduul 2.1 heb ik een coaching vraagstuk opgesteld over mijn cirkel van invloed. In de eerste paar weken van mijn praktijkleren was ik totaal niet tevreden over mijn praktijkleren en wou ik het liefst gelijk stoppen. Dit kwam niet alleen door omdat de ouderenzorg niet mijn doelgroep is, maar ook omdat ik in het begin alleen maar koffie en thee mocht inschenken. Ik dacht bij mezelf; is dit nou het werk van een sph-er? Tijdens de gesprekken met Dineke kwam hierdoor de cirkel van invloed naar voren. Mijn cirkel van invloed was klein en ik moest er voor zorgen dat hij groter ging worden. Door in gesprek te gaan met Irene en te kijken naar de mogelijkheden, begon deze cirkel daadwerkelijk te groeien. Op dit moment ben ik ontzettend blij dat ik niet ben gestopt. Ik kan zeggen dat mijn cirkel van invloed enorm is gegroeid in het afgelopen jaar en daar ben ik heel trots op. In het begin had ik dit nooit gedacht, dat ik zou zeggen dat ik blij ben dat ik deze praktijkplek heb toegewezen gekregen.

         Nu, eind moduul 2.3. is mijn cirkel van invloed bijna volgroeid. Ik zie nu zo veel meer mogelijkheden binnen mijn praktijkplek en pak deze mogelijkheden ook met beide handen aan. Mijn coaching opdracht is daarom ook geslaagd. Deze opdracht was om te kijken naar de mogelijkheden binnen mijn praktijkplek. Ik zie nu de mogelijkheden en de uitdaging binnen deze plek.

         Waar ik nog wel aan wil werken zijn twee dingen. Een van die twee dingen is zekerder worden van mijn eigen handelen en de andere is om mijn eigen handelen meer te gaan verantwoorden. Dit niet alleen voor mezelf maar ook voor mijn collega’s. Eind van moduul 2.4. wil ik al mijn handelingen kunnen verantwoorden en reflecteren en hier volkomen achterstaan.

 

G) Welke workshop gaan we geven met cliënten en collega’s en wat is mijn rol hierin

Voor het symposium ‘werkplekleren en innovatie’ lijkt het me leuk om verschillende dingen te vertellen over de psychogeriatrische afdeling van de Waadwente. Ik wil het onder meer hebben over de 4 fases van dementie. Hierbij wil ik meerdere voorbeelden geven vanuit de praktijk. Ik herken vele cliënten in bepaalde fases. Het is daarom interessant om wat te vertellen over die cliënt, zonder dat je zijn of haar privacy schendt. Iedere cliënt uit zijn dementie in andere manieren, maar de rode lijn is vaak wel hetzelfde. Tijdens dit symposium wil ik duidelijk maken dat werken met dementerende ouderen hard is en er een echte uitdaging in zit. Elke cliënt moet je anders benaderen. Deze doelgroep onderschat je vrij snel en dat moet je juist niet doen. Ook wil ik in het symposium ervaringen delen die ik heb meegemaakt binnen de psychogeriatrische afdeling. Hierbij kunnen ze een beeld krijgen hoe het er soms aan toe kan gaan en hoe erg deze ziekte wel niet eens. Het verandert gewoon de hele mens.

         De middelen die ik hier voor nodig heb is eigenlijk het plaatje met de verschillende soorten fases erop. Dit plaatje is te vinden in mijn praktijkwerkplan. Het liefst neem ik verschillende cliënten mee uit verschillende fases, maar dat is niet haalbaar. Mijn doelstelling is dat mensen deze doelgroep wat meer gaan begrijpen en dat het een lastige doelgroep is om mee te werken. Overschatten doe je heel snel. Ook wil ik overbrengen dat dit een hele leerzame praktijklerenplek is waar veel te leren valt.

         Wat mijn rol in hier kan zijn is voorbeelden geven vanuit de praktijk en hier wat meer over vertellen. Ik ben veel in contact met ouderen op de psychogeriatrische afdeling. Ik kan de ervaringen die ik op doe delen met anderen, zodat ze er wat van kunnen leren en misschien er wel wat uit kunnen halen. Ook kan mijn rol zijn om te vertellen hoe het is om op die afdeling te werken en wat er daar binnen allemaal van me wordt verwacht.

 

 

H) Welke keuzes heb ik gemaakt ten aanzien van minoren, projecten en stage/onderzoek

Het kiezen van een minor, wat heb ik het hier lastig mee gehad. Ik zat erg te twijfelen tussen forensisch werken en jeugdzorg. Forensisch werken leek mezelf erg interessant vanwege het justitiële deel. Toen ik erachter kwam dat als je met kinderen / jongeren wilt werken later, dat je een jeugdzorg aanschrijving moet hebben. Deze aanschrijving kreeg je alleen als je jeugdzorg als minor gaat doen. Door deze informatie heb ik mijn keuze gemaakt en heb ik gekozen om voor de minor jeugdzorg te kiezen.

         De minor jeugdzorg richt zich op het brede werkveld van de jeugdzorgwerker. In deze minor is er aandacht voor theoretische verdieping, vaardigheden en onderzoek. Binnen deze minor leer je kennis maken met de verschillende methodes die gebruikt worden, en hoe je die inzet. De aangeboden gastcolleges vanuit het werkveld brengen mij in contact met de praktijk, terwijl trainingen gericht op specifieke vaardigheden om mezelf in beweging zetten. In het integratieve deel van de minor ga ik oefenen met de praktijk door in een gezinscasus te werken. Aan de hand van de casus doe ik praktijkgericht onderzoek naar verklaringen en mogelijk behandeling van problemen

         Voor mijn vierde jaar stage ben ik geïnteresseerd in meerdere instellingen. Ik heb vooral interesse om te gaan werken bij de raad van de kinderbescherming. Dit trekt mij aan omdat in deze stage veel onderzoek zit. Je bent ongeveer 80% bezig met onderzoeken en contacten leggen en 20% echt in het werkveld en hulpverleningsgesprekken voeren. Ook heb ik interesse om stage te lopen bij Accare en dan bij de locatie in Smilde. Deze locatie is erg groot en worden onder meer jongeren opgenomen met een eetprobleem. De psychiatrie heeft me altijd al aangetrokken en zou het ook erg interessant vinden om daar mijn vierdejaars stage te doen.

         Na de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlener ben ik van plan om verder te studeren. Ik ben al een tijdje aan het kijken naar wat mij leuk lijkt en wat echt bij mij past. Ik denk eraan om Psychologie te gaan studeren of een master te doen van de opleiding pedagogische wetenschappen in Nijmegen. Ik weet nog niet wat ik wil, maar ik weet wel één ding zeker en dat is dat ik na deze opleiding verder ga studeren.

 

I) Op weke wijze ik mijn praktijkplan voor de komende moduulperiode zou willen bijsturen.

In de komende moduulperiode wil ik vooral gaan werken aan mijn verbeterpunten. Dit ga ik doen door middel van meer te reflecteren en meer initiatief te tonen vanuit mezelf. Ook wil kijken of ik de komende periode nog meer verbeterpunten kan signaleren bij mezelf. Ik vind het belangrijk dat ik bewust ben en of wordt van mijn verbeterpunten en sterke punten. Zelf wil ik graag aan mijn verbeterpunten werken, zodat het verbeterpunt misschien wel kan veranderen in een sterk punt.

© 2016 by Marissa Schregardus. Proudly created with Wix.com

bottom of page